De tranen die ik pas nu durf te laten

De tranen die ik pas nu durf te laten

De afgelopen drie weken voelt het alsof mijn hoofd en hart in slow motion aan het bijwerken zijn. Alsof alle emoties die ik tijdens de bevalling tijdelijk even “on hold” zette, nu stuk voor stuk binnenkomen.

En ineens vallen sommige puzzelstukjes op hun plek… en tegelijk komt het besef.
Het besef dat er niet zomaar werd gekozen voor een spoedkeizersnede.
Dat het écht niet goed ging met onze zoon.

Dat alle monitoren, alle blikken, alle kleine alarmsignalen niet overdreven waren, maar levensreddend.

Het besef dat als we naar huis waren gegaan met het idee: “misschien komt het straks wel vanzelf op gang”… dat dat ons het meest waardevolle had kunnen kosten.



Ons jongetje.
Zijn adem.
Zijn bestaan.

Dat besef komt hard binnen. Niet met één grote klap, maar in kleine stoten.

Tijdens het voeden.
Tijdens het verschonen.
Tijdens een rustige ochtend waarop hij op mijn borst ligt en het ineens binnenkomt: dit had ik bijna nooit zo kunnen meemaken.

En dan is er die selfie.
Een lach, want daar ben ik goed in. Dat automatische “het gaat wel”-maskertje.

Twee seconden later breekt het open.De tranen.

De dankbaarheid.
De schrik die pas nu door mijn lijf zakt.
De opluchting die bijna pijn doet.

En ergens… heel zacht, heel venijnig, zit daar dat stemmetje waarvan ik wéét dat het niet klopt, maar dat toch fluistert: Had ik het anders moeten doen? Had ik eerder iets moeten voelen? Ben ik tekortgeschoten?

Want dat is wat moederschap soms met je doet, het laat je twijfelen aan jezelf in momenten waarop je eigenlijk alleen maar liefde zou mogen voelen.

Twee kindjes.
Twee moeilijke starts.
Twee keer dat gevecht tussen angst en vertrouwen, tussen loslaten en hopen, tussen overleven en liefhebben.




Maar nu…
Nu mag ik knuffelen.
Ruiken.
Vasthouden.
Kijken hoe onze zoon ademt, groeit, ontspant in mijn armen.

Nu mag ik langzaam landen. Niet omdat het vanzelf gaat, maar omdat het eindelijk kán.

Mijn lichaam herstelt.
Mijn hoofd zoekt zijn rust.
Mijn hart past zich aan aan een liefde die tegelijk overweldigend en helend is.

Misschien gaat het nog even duren voor alles echt is gezakt.

Misschien blijven er stukjes die nooit helemaal verdwijnen.

Maar elke dag voelt iets lichter, iets helderder, iets zachter.En ergens tussen de voedingen, tranen, kleine glimlachjes en gebroken nachten door… komt die dankbaarheid steeds weer terug.


Dankbaar dat hij er ís.Dankbaar dat het goed kwam.Dankbaar dat ik ze allebei mag vasthouden, met heel mijn hart, heel mijn lijf en alles wat ik ben.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *